DE EXPLOSIE VAN LEONARD
DE EXPLOSIE VAN LEONARD
Ik was dol op brood. Er waren weinig dingen zo opbeurend voor me als een warm stokbrood van de zaterdagmarkt. Dat brood kwam na aankoop maar zelden aan op de Smurfsteeg omdat het onderweg al in stukken werd gereten en verorberd werd door mijn zonen, die mijn liefde voor brood delen, en mijzelf.
Maar ergens, een jaar geleden ongeveer, las ik een artikel waarin het eten van brood Ten Sterkste werd Ontraden. Brood zou de energie uit je lijf zuigen en daarbij werd je er ook nog eens heel dik van. Op een moeie, dikke dag besloot ik dan ook geen brood meer te eten. Voor een tijdje. Om het uit te proberen. En verdomd: na een dag of drie liep ik te stuiteren van de energie en paste ik weer in een spijkerbroek. Het werkte! Ik besloot mijzelf blijvend het brood uit de mond te stoten.
Soms kon ik verleiding niet weerstaan. Maar als mij dan, wanneer ik daags erna als een niet vooruit te branden ballon op de bank zat te somberen, weer te binnen schoot dat ik de dag ervoor een warm stokbrood in zijn totaliteit en zonder veel te kauwen naar binnen had gewerkt, stopte ik weer subiet met het eten van brood, dankbaar voor het inzicht dat niet een terminale ziekte maar een warm stokbrood de oorzaak was van mijn lusteloos uitbuikende grondhouding.
Iemand die de vullende werking van brood heel goed en vroegtijdig begreep was Leonard Vet. Leonard was een oude vrekkige tandarts uit Amsterdam met een arsenaal aan vastgoed wat hij verhuurde aan deze en gene. Leonard was verliefd op een actrice en had veel voor haar over. Zo kwam het dat mijn zus, die weer een vriendin was van deze femme fatale, voor weinig in een van zijn appartementen mocht bivakkeren. En toen mijn zus uitgebivakkeerd was, mocht ik haar plaats innemen.
Om kosten te besparen lapte Leonard zelf de ramen van zijn uitstaande vastgoed. Regelmatig verscheen het hoofd van de oude tandarts voor mijn raam terwijl ik nietsvermoedend zat te studeren. Reden voor schrik. Zeker toen Leonard op zekere dag zijn rimpelende naakte lijf aan mij toonde terwijl hij op de ladder voor het raam stond. Ter hoogte van zijn navel zat een enorme blauwe bult. Uitbundig wees hij er naar. Na de eerste schrik schoof ik het raam open : ‘Leonard! Wat héb je?’ riep ik uit. Omslachtig begon Leonard, balancerend op de ladder voor mijn raam, uit te leggen dat de bult het gevolg was van gist. In een poging zijn maag zo goedkoop mogelijk te vullen had hij een klont gist opgegeten. Hij omzeilde op die manier listig het hele proces van brood bakken en spaarde zIch zo minstens een gulden uit. Echter: het gist had ertoe geleid dat zijn maag was geexplodeerd met de bijbehorende uitstulping tot gevolg. Leonard baalde. Nu moest hij naar de dokter. En dat zou wellicht geld gaan kosten. Ik toonde het noodzakelijke medelijden en probeerde mij een beeld te vormen van zijn geexplodeerde ingewanden. Kort daarna is Leonard overleden. Of de gist hiervan de reden was weet ik niet.
Na een paar maanden kwam een echte glazenwasser de honneurs waarnemen, gekleed en zonder blauwe uitstulpingen.
Omdat de zoon gister jarig was gunde ik mijzelf een wit bolletje voor het ontbijt. En nog een. Halverwege de dag daalde mijn energieniveau tot een herkenbare laagte en vervloekte ik mijn gebrek aan discipline. En ik dacht aan Leonard. Zoals ik inmiddels altijd even aan Leonard denk wanneer ik brood heb gegeten.